In het derde en laatste deel van deze collegereeks komen de Russische autodidacten Nikolaj Rimski Korsakov en Modest Moessorgski aan bod. Zij beschouwden hun muziek als klankbord voor hun cultuur en identiteit. Waar Rimksi zich liet betoveren door exotische culturen binnen het keizerrijk Rusland, wierp Moessorgski een blik in de peilloze afgronden van zijn ziel. In zijn opera Boris Godoenov toont Moessorgski met huiveringwekkend inlevingsvermogen de duistere kanten van het tsarendom. Geen wonder dat hij het aan de stok kreeg met de Russische censor.
In het kader van hun project ‘Het Concert van Europa’ volgen zij in dit seizoen de voetsporen van Jean Sibelius, Edward Grieg, Isaac Albéniz, Nikolaj Rimski Korsakov en Modest Moessorgski. Al deze muziekgiganten speelden elk op eigen wijze een actieve rol in de roerige geschiedenis van het 19e-eeuwse Europa, toen natiestaten tot stand kwamen en etnische groeperingen zich begonnen te profileren. Waar Törnqvist iconische composities van deze klankmeesters onderzoekt op nationalistisch DNA, belicht Panhuysen de werken vanuit verrassende invalshoeken. Revoluties, mythes, legenden, lokale volksmuziek, meeslepend virtuozendom en heel veel korrels zout passeren de revue.